Krachtwerk
Krachtwerk in hulpverlening
Wat gaat goed? En over welke mogelijkheden en krachten beschik je? Siriz maakt in haar hulpverlening gebruik van de methodiek Krachtwerk. Deze vragen staan daarbij centraal.
Krachten en mogelijkheden
Zoals de naam al zegt, maakt Krachtwerk gebruik van de krachten en mogelijkheden van mensen en de hulpbronnen in de gemeenschap. Het helpt cliënten de regie over hun leven te houden of terug te krijgen. Krachtwerk is erkend als ‘goed onderbouwd’ en opgenomen in de databank Effectieve sociale interventies van Movisie.
Krachtwerk in de praktijk
Florien van Rij, woonbegeleider bij Siriz, geeft een korte indruk van hoe het krachtgericht werken wordt vormgegeven in de hulpverlening bij leef-/leerhuis De Regentes in Gouda.
‘Al tijdens een aanmeldingsgesprek brengen we, samen met de jonge moeder, in kaart over welke ‘krachten’ of mogelijkheden zij beschikt. In deze krachteninventarisatie kijken we niet naar wat ze niet kan, maar naar wat ze wél kan en wat er goed gaat. Over welke vaardigheden beschikt ze? Waar woont ze en voelt ze zich fijn? Welke personen heeft zij in haar netwerk, zoals een partner, familieleden of vrienden? Volgt ze een opleiding, en waar?
We brengen tien leefgebieden in kaart en ook bekijken we welke zaken een (aanstaande) jonge moeder nog kan ontwikkelen om op eigen benen te komen staan.
De krachteninventarisatie is de basis voor het hulpverleningstraject dat de jonge moeder bij Siriz krijgt. Zij heeft zelf de touwtjes in handen en de verantwoordelijkheid om tot ontwikkeling te komen. De begeleiding van Siriz helpt haar om vertrouwen te krijgen in haar eigen mogelijkheden.’
Herstel in eigen omgeving
‘Een netwerk is vaak een positieve kracht van een jonge moeder. Het uitgangspunt is dan ook om een vrouw zoveel mogelijk tot herstel te laten komen in haar eigen omgeving. Op die manier blijft ze onderdeel van haar eigen netwerk. Dat betekent dat er in de zorglocaties in Gouda nu voornamelijk vrouwen wonen die uit de omgeving van Gouda komen of die vanwege veiligheidsredenen niet meer in hun eigen omgeving kunnen wonen.’
Praktijk
‘In de praktijk krijgen alle jonge moeders in onze zorglocaties wekelijks begeleiding op maat van een woonbegeleider. Die begeleiding richt zich op praktische zaken rondom de tien leefgebieden met een focus op ouderschap, zelfstandig wonen en dagbesteding. We proberen daarin aan te sluiten bij de krachteninventarisatie van de jonge moeder.
Als een moeder bijvoorbeeld al goed haar grenzen kan aangeven, inschattingsvermogen heeft en weet dat ze bij calamiteiten 112 moet bellen, hoef je niet te beginnen over het dichtdoen van traphekjes.
Natuurlijk moet je haar positief bekrachtigen door complimenten over haar vaardigheden te geven, maar vervolgens kun je de aandacht richten op de zaken waarin de jonge moeder zich kan ontwikkelen. Bijvoorbeeld het schoonhouden van haar kamer.’