De toekomst van Nederland

Door Peter Munneke

 

“Er komen zes jongens binnen. Joggingbroek, badslippers, onverzorgd haar. Ze zijn zichtbaar ongeïnteresseerd en uiten hun ongenoegen over het feit dat ze ‘anderhalf uur over zwangerschap moeten praten.’ Erik, de activiteitenbegeleider die samen met mij de jongens staat op te wachten, krijgt er ook van langs: ‘Hadden jullie niks beters kunnen verzinnen?’ Erik pareert de meeste opmerkingen met een geintje en ik sta het allemaal eens te bekijken. Ik ben in een jeugddetentiecentrum en de jongens die de klas binnen komen, zitten allemaal voor korte of lange tijd vast. Er zitten jongens tussen die over drie maanden naar huis mogen, maar ook jongens die daar de komende vijf jaar nog mogen blijven.

Als ik naar huis rijd, denk ik: dit is de jeugd en de jeugd heeft de toekomst

Peter Munneke, preventiemedewerker

Ik word niet zenuwachtig van deze testosteroninvasie. Het is mijn zoveelste les hier en in de meeste gevallen zijn de jongens na vijf minuten stil, zitten ze geboeid te luisteren en gaan ze heftig met elkaar in discussie. Ook nu is dat weer het geval. Na een paar geintjes en een quiz die op hen is aangepast, gaan ze helemaal op in de les. Er volgt een discussie over seks, abortus, wat je wel en niet met een meisje moet doen. Als iemand een persoonlijk verhaal vertelt, luisteren ze en komen ze met een eigen mening. Soms bot, en vaak ontzettend plat, maar recht voor z’n raap. Je kunt van alles zeggen over hun gedrag en hun taalgebruik, maar hun betrokkenheid is enorm en ze willen alles weten. Ook de plaatjes en het filmpje over de prenatale ontwikkeling worden ademloos bekeken. Dit zijn echt geen lieve jongens,  maar nu zijn ze toch echt onder de indruk. Ik geef negen groepen les in deze gevangenis en verreweg de meeste jongeren waren erg betrokken.

 

Als ik naar huis rijd, denk ik: dit is de jeugd en de jeugd heeft de toekomst. Welke bijdrage gaan zij leveren aan de toekomst van ons land? Ik heb tussen neus en lippen wat meer details over deze jongens gehoord en hoewel ik goed met ze heb kunnen praten stemt me dat niet direct hoopvol.

 

Vier weken later. Ik sta voor een havo 4-klas in een goede wijk in een grote stad. In deze omgeving wonen nogal wat BN’ers. Hier komen politici vandaan, de advocaten, de modeontwerpers; alleen maar nette mensen. De jongeren hier vervullen later misschien de sleutelposities in Nederland. Ze zien er goed uit. Zorgvuldig gekleed, casual, maar wel gestyled casual. Je zou zeggen; dit zijn de makkelijke lessen, deze jongeren kunnen alles prima verwoorden. Maar dat valt tegen. Het kost me moeite om ze te bereiken. Mijn grapjes die overal succes hebben werken hier niet en het onderwerp vinden ze al helemaal niet interessant. Bovendien wordt het maar niet stil in de klas. Ik proef een bepaalde arrogantie. ‘Wat kom jij ons vertellen? Wij zijn echt niet zo dom om zwanger te worden als we dat niet willen! Waarom zouden we het hier überhaupt over hebben?’ De discussie komt moeizaam op gang. De jongeren zijn berekenend. Bij alles wat ze zeggen hoor je ze bijna denken: wat denken anderen van wat ik zeg? Ze zien abortus duidelijk als een verworven recht waar je vooral niet aan mag komen. Op een enkeling na die zich dapper durft uit te spreken vinden vooral de jongens (en ook veel meisjes) dit niet eens een discussiepunt. Je bent gek als je dat niet zou doen. Na afloop zegt de docente tegen mij: ‘Het lijkt wel of niets hun geluk in de weg mag staan.’ Typerend vind ik een uitspraak van een van de meiden na het filmpje over prenatale ontwikkeling: ‘Dit filmpje had ik eigenlijk niet willen zien! Als ik nu zwanger word, is het moeilijker om een abortus te doen.’ 
Tijdens de rit terug naar huis overdenk ik de lessen nog eens en dan maak ik me pas echt zorgen over de toekomst van Nederland.”

 

Deze column is verschenen in het Nederlands Dagblad (augustus 2015).

 

Wilt u ook een les boeken of meer informatie ontvangen over maatwerk preventie?

Boek een les Bel 085 130 15 70  Stuur ons een e-mail